Een volgende vorm van samenwerken met het oog op innoveren was en is dit tussen grote bedrijven en start-ups. Vooral grote pharmaceutische bedrjjven zoals Pfizer, Astra Zenica, etc – we kennen ze ondertussen wel – waren daar heel goed in. Vanaf de jaren ‘90 werkten ze samen met kleine start-ups in de bio-technische industrie om op die manier op een snelle efficiënte manier kennis en patenten te verzamelen. De gevestigde bedrijven waren op zoek naar de innovatiekracht en op de toekomst gerichte oplossingen van start-ups en de start-ups waren op hun beurt op zoek naar een klantenbasis en het geld om verder te ontwikkelen. In dat opzicht is er een perfecte match mogelijk.
Echter, het grote overwicht van de multinationals gaven in het begin enorm veel conflicten want de start-ups hadden het gevoel dat hun kennis en know-how gewoon gestolen werd door de grote bedrijven. Er kwam daarin pas verbetering op het moment dat er veel meer aandacht was voor de belangen van alle betrokkenen. Maw geleidelijk aan kwam er een andere attitude en kijk op de partners in het samenwerken met. Het ‘co-creëren’ won terrein.